woensdag 3 februari 2010

Kleine selectie uit het boek

N.B. Het boek is meer dan de blogs op internet. Ik heb over de
periode na de chemokuur (okt. '09) nog enige verhalen toegevoegd
over de nasleep, tot febr. 2010 !
Mijn weblog is van internet verwijderd!!


Het begin:
Greetje brengt me keurig met de Mercedes. Zuster C.- blond en
zwanger- sommeert mij om eerst een longenfoto en een hartfilmpje
te laten maken. Duurt weer enkele uren. Daarna mag het eerste
slangetje pas in het infuus in mijn linker onderarm worden
gestoken. Greetje naar huis. Ik te bed met de infuusstandaard
naast me, in afwachting van de dingen die komen gaan. Klaar voor
vele uren in ledigheid, tot zaterdagavond, een halve dag langer
dan gepland.
Zo, nu ga ik het pompje aanzetten, het infuus gaat werken. Als de
arm dik wordt moet je bellen, zegt zuster X. De vloeistoftoevoer
voert dra de druk in mijn onderarm op, de armbegint zelfs pijn te
doen. Ik dacht met de ogen half toe : zal er wel bij horen, niet
zo kinderachtig doen, all in the game. Tot ik een nadere studie
maak van mijn onderarm. Die begint in dikte mijn bovenarm te
overtreffen. Tjonge, gaat dat wel goed? …



… Weer thuis ben ik toch wat misselijk, neem een pilletje, mijn buik
loopt eindelijk leeg. Ik haal bevroren vis uit de vriezer en mijn
vingers doen een beetje pijn van de kou. Het hoort erbij, is wel
te harden. De Japanse scharretjes smaken lekker. Maar minder
lekker dan de zoute haring die Kris en Tamara in het ziekenhuis
voor me hadden meegebracht. Zo’n chemokuur blijft een aanslag op
je lichaam, je geduld, je vrolijke kijk op de wereld. Het heet
investeren in je gezondheid. Deze tweede keer ben ik er beter in
geslaagd de eindeloze uren aangenamer en vooral sneller te laten
voorbijgaan. Maar de volgende sessie is goddank pas over veertien
dagen, zo is het wel weer. …

…Ze zijn er in alle soorten en maten. Zusters. Het uniform is
uniform, de rest bij het verschijnsel zuster wijkt af. Maar goed
ook. Zorgt voor afwisseling op de ziekenkamer. Die blinkt toch al
niet uit door oneindige variatie. Bij het uitzoeken van het
uitzicht, wordt geen landschapsarchitect ingeschakeld, het
interieur is een design van een boekhouder met smetvrees. Kraak
noch smaak, in weerwil van de pogingen tot het creƫren van een
zekere knusheid. Maar we hadden het over zusters.
Eenjuistezuster is een nedergedaalde engel. Omgord met wapenen als
frisse lach, eindeloos geduld, goedgemutstheid, tact, discretie,
ervaring, mensenkennis, sociale vaardigheid, geen 9 tot 5
mentaliteit, flexibiliteit, in bezit zijnde van een BIG-
aantekening, rijbewijs niet noodzakelijk en niet vies van fluim,
kots, feces, bloed, etensresten op het laken, lichaamsvochten die
je liever niet tegenkomt.
Foutezusters bestaan ook. Ze vormen een te verwaarlozen
minderheid. Ontsnappen steeds aan de stofkam der inspecteurs.
Voelen zich niet aangesproken bij de conclusies uit de
patiƫntenevaluaties. Het zijn geen serial killers. Zover ga ik
niet. Ze falen vooral op het punt van bejegening. Hun air, hun
engelengedrag is van een doodse kilheid, verpakt in een vrolijke
welwillendheid. Laat je niet misleiden. Ze doen hun werk, maar ze
leveren standaardkwaliteit. Geen onsje meer. Geen oor voor ons
gekreun, geen hart voor het stille verdriet. Van die zusters. Wees
hen nabij en oordeel mild.
Doe mij maar een zustertje met een blond koppie, ietwat onhandig,
puur, onzeker, leuke lach, net afgestudeerd, die ruikt naar een
veldboeket. Met lichtblauwe ogen en donshaartjes op haar ranke
benen. ….

De mannen op mijn ziekenkamer zijn kaal. Omdat ik geen tatoeages
kan ontdekken, vraag ik belangstellend of hun gladde schedel
geheel toevallig met chemotherapie te maken heeft. In de roos. De
infuusstandaard naast hen verklaart alles. Ze dragen petjes. Ook
in bed. Een kale kop vinden ze niet stoer. Hun kuur is voor
dezelfde kwaal: teelbalkanker. Klinkt niet sexy, mooier kunnen we
het niet maken. De prijs voor een korte kuur is kaalheid. Die van
mij duurt lang en spaart mijn overigens ook niet al te uitbundige
haardos. Ik hoef alleen een pet op voor de zon. Een pet met
ingebouwde zonnebril- maar dit terzijde. Als je me de volgende
keer buiten ziet zitten, met 1 pijp in het hoofd, kijk dan niet
gek op als ik witte ziekenhuishandschoentjes draag. Geen gezicht.
Moet tegen de kou. Mijn vingertoppen tintelen en doen pijn van de
Kou. ….


...Observaties.  Ik zie buiten op het rookbankje zittend een jongeman komen 
aanlopen met een roze pantalon, wit open hemd, zonnebril op een
brilcream hoofd. De ziekenhuisingang is geen catwalk!
Naast mij zit een stel, een saffie te roken. Type volkswijk en
zonnebank.
De man heeft zeer donkere tatoeages en sluik lang geblondeerd
haar. Hij heeft een oorring, hij klaagt dat als hij geopereerd
wordt alles fout zal gaan, zeker weten.
Zijn jongere vriendin naast hem rookt een buitengewoon smerig
ruikend sjekkie, ze heeft lang, ongewassen haar, een
uitdrukkingsloos gezicht, haar laarzen steunen dunnejunkbeentjes.
De tatoeages op haar armen zijn van een treurig makende
goedkoopheid en snelheid, met een naam en ‘ mama’ in een hanenpoot
handschrift, ze mist ook nog 2 voortanden om het plaatje compleet
te maken.
Verderop staat omringd door een schare familieleden een
hoogzwangere Turkse vrouw met een veel te strak truitje dat het
a.s. Turkje en haar vetkwabben extreem uitvergroot. Ze vouwt een
net gekregen wit babytruitje over haar zwangere buik, ze lijkt te
denken: ik ben er helemaal klaar voor. Ik denk: er bestaat toch
allochtone positiekleding

Geen opmerkingen:

Een reactie posten